Skip to content

Latest commit

 

History

History
309 lines (259 loc) · 16.8 KB

oud.Geo-standaardenInSamenhang.md

File metadata and controls

309 lines (259 loc) · 16.8 KB

Geo-standaarden in samenhang

Het doel van het Raamwerk van geo-standaarden is om uit de grote verscheidenheid aan standaarden die er zijn voor geo-informatie, de juiste set te kiezen. In combinatie kunnen deze geo-standaarden worden gebruikt om een Geo-Informatie Infrastructuur te realiseren. In een dergelijke infrastructuur spelen ze ieder een eigen rol.

Wat is geo-informatie?

Geo-standaarden zijn er om met geo-informatie te kunnen werken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het opslaan, uitwisselen, en presenteren van geo-informatie. Maar wat is eigenlijk geo-informatie? Geo-informatie omvat alle plaatsgebonden kenmerken van informatieobjecten. Alle informatie waarin een ruimtelijke component is opgenomen kan worden beschouwd als geo-informatie. Met een ruimtelijke component of kenmerk wordt een verwijzing naar een plek op de aarde bedoeld. Dit kan een fysiek object zijn, zoals een gebouw of kanaal, een administratieve eenheid, zoals een gemeente of postcode gebied of een abstract gegeven als ‘woonomgevingbeleving’. Een locatie kan statisch of dynamisch zijn; denk bij dit laatste bijvoorbeeld aan vluchtige informatie die slechts op een bepaald moment relevant is (bijv. een sensormeting), of aan bewegende objecten.

De kracht van geo-informatie zit in het gemak waarmee op basis van locatie verschillende typen van informatie aan elkaar gerelateerd en met elkaar vergeleken kunnen worden. Dit helpt mensen enorm bij het verkrijgen van inzicht op basis van informatie en zorgt ervoor dat veel effectiever beslissingen kunnen worden genomen.

Ruimtelijke vragen worden constant gesteld. In de vorm van ‘Waar?’ en door van een plek of locatie informatie op te vragen:

  • Waar is ruimte om een nieuwe school te plaatsen in een wijk? En staat die niet nabij coffeeshops en cafés?
  • Wat zijn de openbare voorzieningen in de nabijheid van dit koop- of huurhuis? En is er sprake van bodemverontreiniging in de tuin?
  • Waar kan ik het meest nabij mijn afval wegbrengen?
  • Welk gebied wordt met overstroming bedreigd?
  • Waar staan de files?
  • Waar is de woonomgevingbeleving het laagst?

Sommige van deze ‘Waar?’ en ‘Wat is daar?’ vragen kunnen eenvoudig worden beantwoord, veel anderen zijn complexer te beantwoorden en vragen de combinatie van verschillende geo-informatiebronnen van verschillende organisaties.

Bijvoorbeeld de ‘Waar?’ vraag van de school vereist tenminste:

  • De locaties van de coffeeshops en cafés;
  • De woonadressen van de huidige leerlingen;
  • De mogelijkheden binnen het bestemmingsplan;
  • Reistijd en afstand naar school.

De Nederlandse Geo-Informatie Infrastructuur

Voor het oplossen van de ruimtelijke vraagstukken uit de vorige paragraaf is toegang tot de betreffende geo-informatie een vereiste. Om deze geo-informatie zo laagdrempelig mogelijk te ontsluiten is in Nederland de afgelopen jaren gewerkt aan een nationale geo-informatie infrastructuur (NGII). De NGII als concept is het geheel van geo-informatie(bronnen), metadata, standaarden, netwerkdiensten, organisatie en afspraken voor de efficiënte uitwisseling van en toegang tot geo-informatie. Belangrijke eigenschappen (inrichtingsprincipes) van een NGII zijn:

  • Enkele opslag bij de bron en meervoudig gebruik;
  • Scheiding applicaties, netwerkdiensten en data;
  • Uitwisseling via open standaarden.

Vanuit verschillende gedistribueerde geo-informatiebronnen (data) wordt geo-informatie via diensten (services) en via verschillende distributiekanalen (portalen, applicaties, databases etc.) toegankelijk gemaakt aan de gebruikers. Door de uitwisseling van geo-informatie te enten op standaarden, specificaties en afspraken is het mogelijk om de uitwisseling open, efficiënt en effectief te doen plaatsvinden richting diverse groepen gebruikers. Het NGII concept is gebaseerd op de gedistribueerde ontsluiting van diverse geo-informatie(bronnen) via internationale open standaarden. Geo-informatie kenmerkt zich door haar meervoudige gebruik in uiteenlopende toepassingen. Om een nationale GII tot stand brengen is meer nodig dan alleen technologie. Beleid, Wetgeving, organisatie en mensen, innovatie en kennis, samenwerking en beheer, een implementatieprogramma en roadmap. Kortom een NGII zorgt vooral voor efficiente(re) uitwisseling van geo-informatie binnen en tussen organisaties. In dit document komen alleen de gehanteerde geo-standaarden aan de orde.

Voor het verwezenlijken van een infrastructuur zijn standaarden onontbeerlijk: Zij zorgen ervoor dat het wiel niet voor een tweede keer wordt uitgevonden en dat er bij uitwisseling overeenstemming is tussen beide partijen over het formaat en de betekenis van de uitgewisselde gegevens. Belangrijk daarbij is dat het open standaarden betreft. Een open standaard is voor iedereen toegankelijk en toekomstvast omdat toegang tot de standaard en beheer van de standaard bij een non-profit organisatie zijn belegd. De in dit Raamwerk van geo-standaarden benoemde standaarden zijn volledig open.

Voor het beantwoorden van ruimtelijke vragen zoals de voorbeelden in de vorige paragraaf, is het meestal nodig om informatiebronnen van verschillende organisaties met elkaar te combineren. Dit is niet mogelijk zonder standaarden. De afgelopen twintig jaar is internationaal en nationaal gewerkt aan een set van standaarden die het mogelijk maakt om de kracht van geo-informatie ten volle te benutten.

Een geo-informatie infrastructuur is ervoor bedoeld om geo-informatie beschikbaar te stellen en toegankelijk te maken voor gebruik. Hiervoor zijn verschillende soorten geo-standaarden nodig:

  • Het beschrijven van geo-informatie met metadata, zodat de geo-informatie vindbaar worden;
  • Het inrichten van API’s, zodat geo-informatie via het web kan worden geraadpleegd;
  • Het definiëren van visualisatieregels, zodat geo-informatie op een eenduidige manier wordt gepresenteerd aan gebruikers;
  • Het beschrijven van de inhoud van geo-informatie middels een informatiemodel, zodat de semantiek en structuur bekend zijn;
  • Het definiëren van uitwisselformaten, zodat duidelijk is in wat voor vorm de geo-informatie wordt uitgewisseld;
  • Het koppelen van geo-informatie aan een plek op het aardoppervlak met behulp van een coordinaat-referentiesysteem.

Voor al deze componenten van de nationale geo-informatie infrastructuur zijn geo-standaarden beschikbaar. Daarmee kunnen de gebruikers geo-informatie vinden, evalueren op geschiktheid voor gebruik en - indien geschikt - gaan gebruiken. En om de data te kunnen gebruiken, moet de gebruiker:

  • De betekenis van data kunnen begrijpen;
  • Data kunnen vinden en beoordelen op bruikbaarheid;
  • Aan kunnen sluiten op databronnen;
  • Data naar mij toe kunnen halen;
  • Data in kaartvorm kunnen begrijpen;
  • Data aan de juiste plek op aarde kunnen relateren.

Daarnaast zal de aanbieder van de data om zijn/haar data te laten gebruiken:

  • - De betekenis van zijn/haar data inzichtelijk maken;
  • - Zijn/haar data vindbaar en beoordeelbaar maken;
  • - Zijn/haar data toegankelijk maken;
  • - Zijn/haar data in voorspelbare formaten aanbieden;
  • - Zijn/haar data in kaartvorm eenduidig interpreteerbaar maken;
  • - Zijn/haar data aan de juiste plek op aarde relateren.

Architectuur en geo-standaarden

Architectuur is een middel om doelstellingen van een organisatie te realiseren. De geo-standaarden zijn producten die “passen” binnen de architecturen van de overheid. Het betekent ook dat aanpassingen of uitbreidingen voor die bestaande architecturen soms nodig zijn voor het onderwerp van geo-informatie. De geo-standaarden wordt niet ontwikkeld in splendid isolation, maar ze moeten opgehangen zijn aan en/of binnen nationale en internationale standaarden. Door de nationale geo- producten op te hangen aan, of in te passen in nationale en internationale standaarden, wordt de uitwisseling van gegevens gemakkelijker, en hoeft niet iedere keer het wiel opnieuw te worden uitgevonden.

NORA

De geo-standaarden moeten passen binnen de architectuur van organisaties. Aangezien dat meestal overheden zijn, kunnen wij niet om de Nederlandse Overheids Referentie Architectuur (NORA) heen. De NORA is een architectuur raamwerk is een verzameling van 10 basisprincipes die, als je ze ziet, al heel herkenbaar zijn voor ons. Principes als Vindbaarheid, Toegankelijkheid, Transparantie en Standaard zijn principes die wij van nature al toepassen op onze producten. NORA stelt de “pas-toe-of-leg-uit” lijst van het Forum Standaardisatie verplicht. Overheden zijn daarmee verplicht om bij aanschaf van IT systemen eerst op die lijst te kijken. Onze standaarden staan deels ook op die lijst (de basisset generiek geo-standaarden), en daarmee geven we o.a. invulling aan het “verankeren” uit ons missie statement (verkent, verbindt, verankert).

Nationale Geo Informatie Infrastructuur

NGII staat voor Nationale Geo Informatie Infrastructuur. In het “Convenant NGII” staat benoemd welke onderdelen van de NGII van belang zijn voor geo-standaarden:

  • Coördinatie, stimulering en ondersteuning van de Europese richtlijn voor de EU-infrastructuur voor ruimtelijke informatie (INSPIRE);
  • Beheer en ontwikkeling van de standaarden in het kader van de basisregistratie grootschalige topografie (BGT);
  • Beheer en ontwikkeling van de standaarden in het kader van de basisregistratie ondergrond (BRO);
  • Beheer en ontwikkeling van de standaarden in het kader van de basisregistratie adressen en gebouwen;
  • Beheer en ontwikkeling van de standaarden in het kader van Digitale Ruimtelijke Ontwikkeling (DRO, Ruimtelijkeplannen.nl);
  • Advisering van het samenwerkingsverband Publieke Dienstverlening Op de Kaart (PDOK);
  • Innovaties voor de NGII door bundeling van kennis en ervaring en toetsing van innovatie voor gebruik door de overheid;
  • Overige trajecten voor het beheer, de ontwikkeling en/of innovatie van de NGII.

Voor deze belangrijke onderdelen van de NGII worden geo-standaarden ontwikkeld en beheerd. Heel concreet dus PDOK, met daarbinnen de basisregistraties BAG, BGT, BRT, BRO, enz.. Dit stelsel word “Het stelsel van basisregistraties” genoemd. Een aantal van die basisregisters heeft een geo-component, en die geo-component valt dus onder onze verantwoordelijkheid qua geo-standaarden. Denk aan informatiemodellen (bijvoorbeeld IMGeo) en de samenhang tussen de basisregistraties (DisGEO).

FAIR Principes

Op eenduidige manieren samenwerken om informatie zo beter te kunnen beveiligen, makkelijker uit te wisselen en toegankelijker te maken voor iedereen. Dat is hoe open standaarden de samenwerking bevorderen tussen de overheid, burger en het bedrijfsleven. De FAIR Principes zijn een hulpmiddel daarin: het doel van de principes is het hergebruik van waardevolle data mogelijk maken. De FAIR Principes dwingen geen standaarden af, maar moedigen communities aan om data en diensten vindbaar, toegankelijk, interoperabel en herbruikbaar te maken.

De geo-standaarden maken geo-informatie FAIR: De verbindende kracht van standaardisatie in vindbare, toegankelijke, uitwisselbare en herbruikbare geo-informatie.

Findable (vindbaar). De eerste stap bij het (her)gebruiken van data is om de data te vinden. Metadata en data moeten gemakkelijk te vinden zijn voor zowel mensen als computers. Machine-readable metadata zijn essentieel voor het ontdekken van data.

Accessible (toegankelijkheid). Zodra de gebruiker de benodigde data heeft gevonden, moet hij/zij weten hoe deze kunnen worden geraadpleegd, inclusief authenticatie en autorisatie.

Interoperable (interoperabel). De data moeten meestal worden geïntegreerd met andere gegevens. Bovendien moeten de gegevens samenwerken met applicaties of workflows voor analyse, opslag en verwerking.

Reusable (herbruikbaar), Het uiteindelijke doel van FAIR is het hergebruik van data te optimaliseren. Om dit te bereiken moeten metadata en data goed worden beschreven, zodat ze in verschillende situaties kunnen worden gerepliceerd en/of gecombineerd.

Hiërarchie van geo-standaarden

Voor nationale standaarden geldt dat deze ontwikkeld zijn op basis van Europese en internationale standaarden met de voor Nederland geldende specifieke eisen.

In het raamwerk van geo-standaarden is dit op onderstaande manier aangegeven (zie tabel 1).

Tabel 1 - Hiërarchie van geo-standaarden

Internationale standaarden/specificaties Europese profielen Nederlandse profielen

Op het moment dat een nationale standaard is ontwikkeld geldt dat een nationale standaard of specificatie leidend is. Is er geen nationale standaard, dan geldt de Europese standaard en bij gebrek daaraan of omdat de internationale standaard de Europese of nationale behoefte afdekt geldt een internationale, wereldwijde standaard.

Internationaal zijn voor Nederland de ISO/TC 211 Geographic information/Geomatics, het Open Geospatial Consortium (OGC) en het World Wide Web Consortium (W3C) van groot belang. ISO/TC211 en het OGC maken als standaardisatie organisaties technische geo-standaarden, die Nederland semantisch en technisch invult. Deze geo-standaarden organisaties hebben uiteraard weer liaisons met de algemene ICT en Internet standaardisatie organisaties zoals het W3C. Geonovum participeert namens Nederland actief in deze internationale geo-standaarden organisaties.

De Europese profielen zijn opgesteld op basis van internationale standaarden en zijn verankerd in de Europese INSPIRE kaderrichtlijn. De Europese profielen zijn een nadere invulling van de andere standaarden organisaties en de INSPIRE data specificaties voor de thema’s hebben een duidelijke relatie met de informatiemodellen in Nederland. Dit zijn de INSPIRE technical guidelines, ISO of OGC standaarden die door INSPIRE zijn voorgeschreven, en Nederlandse profielen die compliant zijn met INSPIRE. Hoewel INSPIRE formeel geen geo-standaarden organisatie is, worden de invoeringsregels van INSPIRE wel als zodanig gebruikt in Nederland.

Tot slot, zijn Nederlandse profielen te onderscheiden, die ook gebaseerd zijn of opgelijnd zijn met de internationale en Europese profielen. Een deel van de Nederlandse geo-standaarden profielen heeft een aparte positie op de ‘pas toe of leg uit’ lijst van open standaarden van de Nederlandse digitale overheid. Deze geo-standaarden zijn van primair belang in het aansluiten van geo-informatie op de digitale overheid (voorheen e-overheid).

Verkenning NGII

In de afgelopen tien jaar is duidelijk geworden dat data meer zijn dan het bijproduct van specifieke werkprocessen die mogelijk geschikt zijn voor hergebruik. Data zijn een essentiële grondstof. Dit vraagt om een frisse blik op de mogelijkheden van onze data-infrastructuur.

Wanneer we data omzetten in informatie en informatie in kennis, dan worden data een essentiële grondstof voor het maken van keuzes. In Europa vinden we het daarbij belangrijk dat keuzeprocessen transparant zijn. Betrokken burgers moeten overheidsbeleid kunnen controleren en er zelf actief aan kunnen bijdragen met nieuwe initiatieven of alternatieven. Van een infrastructuur die laagdrempelig toegang biedt tot individuele databronnen, verschuift de vraag naar een infrastructuur die het kunnen combineren van data uit verschillende bronnen ondersteunt. Het belang van zowel semantische als technische interoperabiliteit neemt steeds verder toe.

"De Nederlandse Geo-informatie Infrastructuur is toe aan een upgrade” schreven we in de Geonovum meerjarenvisie 2021-2023. Hoe kan de NGII een upgrade krijgen richting een vraaggedreven infrastructuur, die de kracht van locatiedata laagdrempelig inzetbaar maakt voor de grote maatschappelijke opgaven? Welke (nieuwe) standaarden spelen daarbij een rol? Hoe hangen allerlei afzonderlijke ontwikkelingen eigenlijk met elkaar samen? En hoe verhoudt de NGII 2.0 zich bijvoorbeeld tot een Nationale Digital Twin Infrastructuur? En hoe verhouden die ontwikkelingen zich toch Europese ontwikkelingen rond data en digitalisering? In deze white paper zoeken we antwoorden op die vragen. En omdat die antwoorden meer waarde hebben, wanneer ze breed gedragen worden in het werkveld, is deze white paper ook in publieke consulatie gebracht en vervolgens aangescherpt.

Eind 2021 heeft Geonovum een visie op de Nederlandse geo-informatie infrastructuur geschetst: Whitepaper Visie op upgrade Nederlandse Geo-informatie Infrastructuur (NGII).